Top 3
  1. Roloff & Weiser (EKK) of Oberlinner (Herder)
  2. Johnson (AB) of Marshall (ICC)
  3. Collins (NTL) of Fiore (SP)
Toelichting

Op Duits taalgebied was er oorspronkelijk (sinds de 19e eeuw) weinig aandacht voor de Pastorale Brieven vanwege de gedachte dat deze slechts een weinig creatieve, conservative pseudepigrafische reactie op de authentieke Paulus brieven waren. Wel verscheen in 1955 een goede bewerking van Dibelius (HNT 19312) door Conzelmann (HNT 1955), die later ook vertaald in het Engels in Hermeneia is verschenen (1972). Echter: (nog) te weinig oog voor het eigen theologische gehalte van de brieven. Het was Brox die in 1963 een commentaar uitbracht waarin de pastorale brieven een veel positievere waardering kregen, vooral theologisch, in een sympathiek, goed toegankelijk commentaar (RNT). Brox blijft bij de historisch-kritische consensus van pseudepigrafie, maar ziet juist positieve punten in deze Paulustraditie, in hun eigen context en vragen van rond begin 1e eeuw na Christus. Deze lijn werd doorgezet door goed werk van Roloff op 1 Timotheüs (EKK, 1988), en zeker ook Oberlinner op alle drie de brieven (Herder, 1994/95/96). Oberlinner heeft een sterke inleiding waarin hij goed voor de eigen waarde van deze brieven opkomt; vervolgens goede exegese. Vervolgens eveneens goed: Weiser (2003) op 2 Timotheüs (EKK, 2003).

In 1992 verscheen Knight (NIGTC). Een redelijke exegeet met een redelijk commentaar. Enigszins droog, en soms eerder een opsomming van grammaticale kwesties / woordbetekenis, dan dat het tot een geheel komt met theologische en pastorale lijnen. Wat het theologische aspect betreft kan men beter naar de katholieke exegeet L.T. Johnson (AB, 2001) grijpen (alleen 1 en 2 Timotheüs). Een knap, zelfstandig, erudiet werk dat consequent vergelijkingen maakt met andere briefliteratuur uit die tijd (en van daaruit de consensus van pseudo-epigrafie bestrijdt), en ook goede theologische lijnen trekt, en de lezer van vandaag op het oog heeft. Mounce (WBC, 2000) is grondig, maar blijft steken in vrij technisch werk op woord-niveau; droog, en exegetisch niet altijd doortastend. Dit geldt te meer van Quinn & Wacker (ECC, 2001). De exegese is zeer langdradig, te technisch en niet to the point, waardoor je het geheel uit het oog verliest (hoewel Titus beter blijkt te zijn: is door Quinn geschreven [in AB]; 1 en 2 Timotheüs is door Wacker afgemaakt na Quinn’s overlijden in 1988). Matige inleiding. In dezelfde tijd is het werk van Marshall (ICC, 1999) geschreven. Met 869 compact geschreven pagina’s een zeer grondig werk op de Griekse tekst (zie bijvoorbeeld de excursen). Rond auteurschap neemt hij een soort middenpositie in: Timotheüs is de eindverantwoordelijke, vlak na het overlijden van Paulus. In 2007 verscheen Fiore (SP): fris, zelfstandig, kritisch, bondig en toegankelijk geschreven. Vaak overtuigende exegese. Opvallend weinig interactie met eerder werk. Soortgelijk qua omvang is het werk van R.F. Collins (NTL, 2002). Toegankelijke, frisse schrijfstijl, goede exegese. Hij leest de Pastorale Brieven goed tegen de achtergrond van de Hellenistische en Joods-rabbijnse Umwelt van eind eerste eeuw.

In 2006 verscheen in de serie NICNT het deel van Towner. Een redelijk goed evangelical commentaar. Echter: soms te langdradige argumentatie. Ook uit evangelicale hoek: Yarborough (Pillar 2018). Ook een redelijk commentaar. Helaas echter op geen enkele manier in gesprek met historisch-kritische commentaren. Towner is dan beter. In HTA de Duitstalige serie van evangelicale snit, schreef Neudorfer een deel op 1 Timotheüs (2004), op Titus (2012) en 2 Timotheüs (2017). Deze delen zijn matig / redelijk.

Wat kleinere commentaardeeltjes betreft: zie Fee (NIBC, 1984), Dunn (NIB, 2000) en Wall & Steele (THNTC, 2012). Fee is een goede exegeet (evangelical schnit), met een toegankelijk, pastoraal commentaartje (wat immers de format is van de NIBC-serie) – al is het wel erg kort, waardoor Fee’s kwaliteiten niet echt uit de verf komen. Goed gevoel voor de hermeneutische vragen naar deze tijd toe. Dunn heeft in deel 11 van NIB een bijdrage van ongeveer 100 pagina’s geschreven. Zoals gewoonlijk: een aantrekkelijke, frisse schrijfstijl, en: onder het kopje ‘reflections’ (naar het format van de serie) lijnen naar vandaag. Wall & Steele is een prima deel in deze recente serie. Naar opzet van de serie o.a. actuele systematisch-theologische doorvertaling vanuit de detail-exegese. Smith (RNBC) heeft op 2 Tim een zelfstandig, toegankelijk (geen voetnoten of discussie met vakgenoten; wel uitgebreide lijst gebruikte literatuur) werk geschreven.

Op Nederlands taalgebied is het klassieke werk van Ridderbos (CNT2, 1967) nog steeds goed te gebruiken. Vooral theologisch sterk. Van Houwelingen (CNT3) is van gemiddelde kwaliteit.