Top 3
  1. Peterson (Pillar), anders Barrett (ICC)
  2. Jervell (KEK) of Holladay (NTL)
  3. Pervo (Herm)
Toelichting

Op Duits taalgebied verscheen in de jaren ’60 een knap zelfstandig werk, waar nog steeds op terug te grijpen valt: het erudiete commentaar van Haenchen (KEK, 19686). Hij komt Lucas als klassiek geschiedschrijver dicht op de huid. Het latere historisch-kritische commentaar van Schneider (Herder, 1980/82) is minder zelfstandig, en leunt behoorlijk op Haenchen (en Conzelmann). Kort na Schneider verscheen een behoorlijk soortgelijk werk van Pesch (EKK, 1986/86). Een redelijk goed commentaar; iets doortastender en zelfstandiger dan Schneider. Een klein maar goed werkje uit die tijd is Roloff (NTD, 1981). Een aanrader als je het voor een enkele euro kan krijgen.

In de historisch kritische lijn verscheen in 1994/98 het tweedelige commentaar van Barrett (ICC): goede, zelfstandige exegese op de Griekse tekst. Ook theologisch goed. Grondige, zelfstandige bespreking van de inleidingsvragen, verdeeld over de twee delen. Wel soms wat technisch / langdradig. Rond dezelfde tijd kwam Fitzmyer uit (AB, 1998). Barrett is echter beter.

In 2009 verscheen Pervo in de serie Hermeneia. In lijn met het klassieke werk van Haenchen weet hij als classicus en kenner van de Grieks-Romeinse literatuur als geen ander de literaire kenmerken en doeleinden van Handelingen aan te wijzen. Want veel in Handelingen is uit die hoek te duiden, en niet altijd primair theologisch. Dat maakt dit werk tot een belangrijke bijdrage. Wel is het theologisch niveau vaak behoorlijk mager. Op dat gebied is Jervell echt een aanwinst (KEK, 1998). Een toegankelijk, theologisch sterk commentaar van een gezaghebbend exegeet. Een aanrader; beter dan het qua opzet enigszins vergelijkbare werk van Haacker (ThHNT, 2019). De kracht van Haacker ligt in het bijzonder in zijn consequent zoeken naar de Joods-Christelijke dialoog die vanuit Handelingen te maken is. Helaas kan zijn wetenschappelijke niveau door de opzet van de serie niet goed uit de verf komen (geen ruimte voor details en discussie met verder wetenschappelijk werk op Handelingen). Het recent verschenen werk van Holladay (NTL, 2016) is aardig vergelijkbaar met Jervell. Theologisch sterk, evenwichtig, zelfstandig, en goed toegankelijk.

Uit evangelicale hoek zijn o.a Bruce (NICNT, 1988), Polhill (NAC, 1992), Peterson (Pillar, 2009), Bock (BECNT, 2007), Marshall (TNTC, 2000) en Schnabel (ZECNT, 2012) te noemen. Van deze commentaren is Peterson zeker de beste, gevolgd door Schnabel. Prettig dat zij beiden ook de Duitse literatuur goed verwerkt hebben. Bij beiden evenwichtige exegese, al is Peterson toch net wat scherper en beter. Schnabel heeft veel gezien, zo blijkt ook uit de voetnoten, maar komt niet altijd tot een goed punt. Bock is eerder een samenvatting van eerdere commentaren van o.a. Fitzmyer en Witherington, dan een zelfstandig werk. Bruce is, zeker vergeleken met Peterson, wat mager en ook ouder (de herziene druk verschilt weinig van de eerste uit 1954). Polhill is wat korter en minder recent. Dit zelfde geldt voor het werk van Marshall; is theologisch overigens goed. Ook een kort, toegankelijk werk is Parsons (PCNT, 2008); zelfstandig geschreven, vooral (literaire) inzichten uit Grieks-Romeinse wereld verwerkt. Wat korte laagdrempelige deeltjes betreft, zie het aandeel ‘The Acts of the Apostles’ van de goede exegeet Longenecker in EBC (John-Acts, deel 9, 1981; Luke-Acts, deel 10 in de herziene editie 2007).

Op Nederlands taalgebied is Van Eck (CNT3, 2003) een aanrader, vooral vanwege zijn kennis van de Umwelt.