Top 3
  1. Sellin (KEK) of Lincoln (WBC)
  2. Cohick (NICNT), anders O’Brien (Pillar)
  3. Roberts (SGBC)
Toelichting

Het Duitse taalgebied beschikte eind vorige eeuw over een viertal commentaren van goede exegeten. In 1957 verscheen Schlier (mono). Zelfstandig; theologisch sterk. Vervolgens in 1971 Gnilka (Herder) en in 1982 Schnackenburg (EKK; Engelse vertaling 1991) en Mußner (ÖTK). Schnackenburg valt in dit werk tegen; het lijkt wat snel geschreven – niet de gerijpte inzichten die je in zijn Johannescommentaar vindt. Gnilka en Schlier zijn beter; Gnilka wat evenwichtiger. Mussner wat kort. Verder: Luz in NTD, 1998. Stuk voor stuk dus redelijk goede commentaren, maar wel op verschillende punten verouderd. Een welkome nieuwkomer op Duits taalgebied was daarom Sellin (KEK) in 2008. Religionsgeschichtliche insteek. Het is een commentaar van hoog niveau, met indrukwekkende kennis van Umwelt en Griekse grammatica (al weet hij deze kennis niet altijd overtuigend concreet te maken naar de context van Efeze). Bondig en toch toegankelijk geschreven. Ziet Efeze als trito-paulinisch (namelijk: als verder bouwend op het deutro-paulinische Kolossenzen). Op een soortgelijk kritische en zelfstandige manier was reeds eerder verschenen: Hübner (HNT, 1997; dit deel bevat Efeziërs, Kolossenzen en Filemon). Ook hij ziet Efeze als trito-paulinisch en legt Efeze uit vanuit Kolossenzen. Een goed werk; goede excursen.

Van de Engelstalige commentaren uit Evangelical-hoek is O’Brien (Pillar, 1999) de bekendste. Een grondige, goed leesbare inleiding die vooral ingaat op de vraag van het auteurschap. Vervolgens redelijk goede exegese. Echter in 2016 in opspraak gekomen vanwege plagiaat: zie onder Hebreeën. Thielman (BECNT, 2010) is vergelijkbaar, theologisch iets minder sterk. Arnold (ZECNT, 2010) heeft een grondig commentaar geschreven met nauwkeurige exegese. Echter: hij is kritisch op al te kritische historisch-kritische exegese, wat er nu in resulteert dat hij de brief te weinig in zijn historische context leest. Ook theologisch niet altijd even sterk. Wel goede lijnen richting preek en praktijk, geheel naar de opzet van de serie. Maar richting de prediking is dan zeker ook het toegankelijke werk van Yoder Neufeld (BCBC, 2002) te noemen: theologisch en pastoraal goed. In 2020 verscheen Cohick (NICNT). Misschien wel het meest interessante deel uit evangelicale hoek, omdat zij een wat bredere insteek heeft. In haar carrière ligt de nadruk op onderzoek naar sociale verhoudingen in de Grieks-Romeinse wereld, zoals tussen slaven en heren en de positie van vrouwen en kinderen. Dit brengt zij goed in in het commentaar bij de relevante hoofdstukken (Efeze 5 en 6). Wel echt een tekort dat Duitse theologen soms compleet genegeerd worden. Sellin, Gnilka en Mussner worden zelfs niet eens genoemd in de literatuurlijst waar de uitgebrachte commentaren tot dan toe worden opgesomd… Vervolgens: Hoehner (mono, 2002). Dit conservatieve werk is op zich wel goed, maar biedt ondanks de vele honderden pagina’s meer, weinig extra’s t.o.v. de andere commentaren. Goed richting de prediking: Snodgrass (NIVAC, 1996).

Een goed historisch kritisch commentaar op Engels taalgebied, zowel exegetisch als theologisch, is dat van Lincoln (WBC, 1990). Een sympathiek werk; evenwichtig in methode, goede exegese. Best (ICC, 1998) is technischer. Het is een zelfstandig historisch-kritisch commentaar (o.a. m.b.t. inleidingsvragen), al is het theologisch wat minder, en is niet elke exegetische keuze overtuigend. Een wat ouder werk is dat van Barth (AB, 1974/74). Het werk is goed in gesprek met Duitse exegeten uit die tijd, zoals Schlier en Bultmann. In Sacra Pagina heeft MacDonald (2000) Efeze en Kolossenzen becommentarieerd. Ze heeft weinig oog voor theologische vragen, en richt zich primair op een meer antropologisch-sociologische benadering. In 2012 is een redelijk werk verschenen van Fowl (NTL). Hij heeft steeds goed de lezer van vandaag op het oog met zijn 21e eeuwse leefwereld (Fowls specialisatie is immers hermeneutiek); exegese echter niet heel gerijpt en wat vluchtig. Voor stappen richting de prediking en praktijk is beter: Roberts (SGBC, 2016). Prettig, pastoraal, na eenvoudige en goede exegese.